::

beschrijfsels en gedachtenwier
ook al interesseert het je geen zier
toch lees je het hier

vrijdag 26 maart 2010

Voor Margot

Gemist
Het is half acht 's ochtends. De ochtendspits maakt van het station een mierennest van haastige mensen. Een doelbewuste wirwar van alle leeftijden. Mannen in maatpakken zwaaien met hun aktetassen, zich haastend naar het perron. Vrouwen op hoge hakken banen zich een weg op de trappen. De trein komt bijna aan. Nog vier minuten. Aan de trap staat een groepje studenten, klaar voor een vroege les. Nog drie minuten. Het groepje kijkt ongeduldig in het rond, alsof ze iets aan het zoeken zijn. Nog twee minuten. De trein rijdt het station al binnen en onrustige ogen schieten van links naar rechts. Er ontbreekt nog iemand. Nog één minuut. Enkele studenten stappen al op, de rest blijft aarzelend aan de deur staan. De conducteur fluit. Samen met gehaaste laatkomers stappen ze dan toch de trein op, zij als allerlaatste. Tegelijkertijd komt de jongen eindelijk de trap op. In zijn handen twee koffies, één voor hem en één voor haar. Één zwart, één met melk. Alletwee dampend warm. Ze ziet nog net hoe hij richting deur snelt, maar die schuift onherroepelijk dicht. Daar staan ze dan. Hij buiten en zij binnen. Zachtjes glijdt de trein weg, terwijl ze verontschuldigend naar mekaar glimlachen.


Dit geniale stukje alledaagse, zeemzoeterige weemoed schreef ik in opdracht van mijn klasgenote Sophie en is opgedragen aan Margot Vanderstraeten.
Tschüss!