::

beschrijfsels en gedachtenwier
ook al interesseert het je geen zier
toch lees je het hier

donderdag 20 mei 2010

kwade dagen

Het kan al eens gebeuren, op een doordeweekse zonnige dag, dat je zomaar -- echt heel erg plots -- een moment van kwaadaardigheid hebt. Je zit gemoedelijk op een terrasje, je bent gezapig aan het kuieren of je fietst gezwind van A naar B en dan overvalt het je. Helemaal plotseling. Je hebt het niet kunnen zien aankomen. Niets doet je vermoeden dat dat kwaadaardige moment je zo zou overvallen. En dus kan je het ook niet vermijden, want het gebeurt gewoon. De kwaadaardigheid voel je opborrelen. Hij komt van ergens diep vanbinnen, of van nog ergens anders, maar dat weet je niet zeker. In een mum van tijd ben je doordrongen van kwaadaardigheid en kan je enkel nog gemene dingen denken. En het blijft ook niet bij denken! Oh nee! Boze dingen doen hoort er ook bij. Terwijl je je nog even afvraagt waarom je je plots zo kwaadaardig voelt, valt je oog op een klein kindje. Een klein meisje met blauwe oogjes en blonde haartjes. Bijna onschuldig, bijna schattig. En daarvan gaat je bloed koken. Je voelt een bijzonder kwaadaardig plan opkomen. Je tast in je zak en vindt een lollie. Zo een ronde, met een rode kleur, in zo'n doorzichtig folietje. Het meesterlijke plan begint zich te ontplooien wanneer je richting kindje wandelt. Dag kindje, glimlach je. En het kindje lacht terug. Haar grote blauwe ogen kijken je benieuwd aan, blij met de aandacht die ze krijgt. Dan haal je de lollie uit je zak. Haar ogen worden nog veel groter en ze kijkt je verwachtingsvol aan. Voor mij? Je wuift de lollie een paar keer heen en weer voor haar blozende gezichtje. Ze opent haar kleine handjes en lacht. Voor mij! Je glimlacht bemoedigend en geeft haar de lollie. Ze neemt hem gretig aan, bekijkt hem een beetje bewonderend. Helemaal van mij! Maar dan, voor ze het goed en wel doorheeft, trek je het snoepgoed uit haar handje en steek je het terug in je zak. Je kijkt haar triomfantelijk aan. Ze beantwoordt je blik met grote ogen vol onbegrip. Dan begint het haar te dagen. Haar glimlach smelt weg en haar blauwe ogen schieten vol tranen. Je grijnst en ziet de tranen over haar wangen rollen. Je meesterlijke plan is feilloos verlopen. Snoep afpakken van een kindje: zo oud als de straat maar het effect blijft onveranderd. Je laat het kindje huilend achter terwijl je glunderend wegwandelt. Ja meisje, wat had je dan gedacht?

Tschüss.

dinsdag 11 mei 2010

Lofzang van de triviale tristesse

Er reed zonet een brommer voorbij en die klonk als een loeiende koe. Maar daar wil ik het eigenlijk niet over hebben. Nee, het onderwerp van dit schrijven is net iets complexer en ook wel meer cultureel verantwoord. Ik heb namelijk weer eens een bijzonder goed gedicht geschreven. Het staat niet om daarmee te willen pochen, maar valse bescheidenheid is ook nergens goed voor. Mijn nieuwste poëtische creatie is ontsproten uit waarlijk diepe emoties en gedachten bol van weemoed. Verwacht hier dus geen olijk versje of een leuke rijm. Je zal bedrogen uitkomen en zoals iedereen wel weet, is bedrogen worden niets prettig. Er zijn wel meerdere zaken eerder onprettig: lauwe koffie, trage downloads, milieurampen, een ingegroeid haartje en ga zo maar door. Maar bedrogen worden is zeker het superlatief van onprettig waardig. Daarom, voor alle triestige zielen, bedrogen geliefden, eenzame harten of voor wie lijdt aan triviale tristesse, dit bijzonder gevoelige gedicht. Om jullie een hart onder de riem te steken, liefste lezers. Al is de functie van een hart onder je riem mij niet geheel duidelijk. Logischer lijkt mij een riem onder het hart ter ondersteuning, maar dat kan ik nog niet empirisch bevestigen. Ik hou jullie op de hoogte van mijn bevindingen. Ondertussen dus deze parel van pathos:

De ontknoping nadert
met tranen omkadert
Al te veel droefte
en emotioneel geboefte
Stelen mijn goed humeur
een einde in mineur
Want als we niets doen
rest er enkel nog 'toen'

Zo. Lees en geniet!

Adieu.

maandag 3 mei 2010

Ersatz

Ik drink een gigantische thee, die moet doorgaan als vervangmiddel voor koffie, gemaakt van chicorei. Die thee is best lekker. Maar ik stel er mij toch vragen bij. Hoe kan je nu koffie vervangen door iets dat overduidelijk geen koffie is? Wat is dan het nut van dat vervangen? Eigenlijk wil je gewoon koffie drinken, maar om de een of andere vreemde reden drink je iets anders. Iets dat net geen koffie is. Net niet even lekker, net niet even donker, net niet even smaakvol. Het is net niet dat bakje troost, dat je zo gewoon bent. Dat koffietje 's ochtends, waar je zo ontzettend veel zin in hebt, maar toch niet drinkt. Nee, je gaat voor Ersatzkoffie, je gaat voor chicorei. Het is ook wel warm, het is ook wel lekker. Het heeft zelfs dezelfde kleur. En toch. Iedere slok doet je denken aan koffie. Iedere slok voert je terug in geuren en kleuren naar die dampende tas wakker worden.
Die tas laat je nu staan, je kiest voor vervanging. Zowel koffie als chicorei hebben zo hun voordelen en hun nadelen. Die zijn een kwestie van perceptie. Van willens of nillens. En net daarom kan ook Ersatzkoffie na een tijdje een gewoonte worden. Maar wat bereik je met het veranderen van de ene gewoonte in de andere?

Die laatste vraag is retorisch, en dus hoeft niemand die te beantwoorden. En dat is maar goed ook, want ik zou het antwoord niet kunnen geven. En soms, heel soms, stel ik gewoon vragen, zonder het antwoord te willen weten.

Tschüss!