::

beschrijfsels en gedachtenwier
ook al interesseert het je geen zier
toch lees je het hier

zaterdag 20 november 2010

Revolutionair theater

Ik heb een nogal merkwaardige buurvrouw. Eerlijk gezegd, ik heb een aantal merkwaardige buurvrouwen, maar in dit geval heb ik het over de overbuurvrouw. En ik heb maar 1 echte pal hier rechtover overbuurvrouw. Die ietwat merkwaardige overbuurvrouw stoft minstens vier keer per week alles af. Dat weet ik niet omdat ik al binnen geweest ben, maar wel omdat ze telkens (om de vijf minuten om precies te zijn) haar stofvod komt uitschudden op straat. Ik ga ervan uit dat ze geen koer of tuin heeft, ofwel vindt ze 't gewoon leuk zo, op straat wat stofschudden. Toch kan ik me niet van de indruk ontdoen dat het een bijzonder omslachtige manier van werken is, zo telkens naar de voordeur lopen met je vod en hem daar dan wat staan uitschudden. En al zeker om dat dan vier keer per week te doen. Maar het houdt haar wel fit, dat kan niet anders. Ik heb trouwens ook willen merken dat ze nog kan fietsen, en aangezien ze toch al tot de derde leeftijd behoort, is dat wel een hele prestatie. Sommige mensen van mijn leeftijd kunnen amper fietsen. Of ze zijn het verleerd omdat ze een auto hebben, weetikveel. Mijn overbuurvrouw heeft naast al dat afstoffen nog een andere vreemde hobby in haar huis. De kamer tegenover mijn kamer op de eerste verdieping is nogal een vreemde kamer. Er staat een grote kast met een spiegel, een tafel en een plastieken fles wasverzachter of strijkwater of nog iets anders. En dat lijkt zo wat alles dat er in die kamer staat. Iedere keer wanneer ze in de kamer op de eerste verdieping rondloopt, gaat ze vlug naar de knop van haar automatische rolluik en laat hem naar beneden. Dat vind ik persoonlijk nogal vreemd. En ook nogal stiekem. Daarom ben ik ervan overtuigd dat de fles strijkwater een afleidingsmanoeuvre is. Want zeg nu zelf, strijken bij kunstmatig licht? Dat is te gek voor woorden. En waarom laat ze die rolluik niet gewoon open? Het is toch niet alsof het een schandaal is dat ze daar staat te strijken? Al deze mysterieuze bedenkingen zorgen ervoor dat ik zeker weet dat mijn overbuurvrouw een of ander geheim iets te verbergen heeft. Misschien verzamelt ze gebruikte stofvodden om ze daarna te knuffelen? Misschien is ze een vampier en kan ze niet tegen daglicht? Of misschien houdt ze gewoon van het geluid van haar automatische rolluik en is ze simpelweg merkwaardig. Wie zal het zeggen? Ik alleszins niet, want ik heb het te druk met het bespioneren van mijn andere rare buurvrouwen en dat is bijzonder veel werk. Gelukkig is het niet te veel werk om ook mijn andere hobbies te onderhouden. Zoals het schrijven van toneelstukken bijvoorbeeld. Het liefst schrijf ik revolutionaire stukken met een echte boodschap. Het belangrijkste daarbij vind ik een zekere bondigheid en to the point blijven. Het is namelijk een kunst om met weinig woorden veel te zeggen en ik ben daar nogal goed in. Om dat even te bewijzen, deel ik met jullie mijn kortste toneelstuk tot nu toe, getiteld "De Vlaamsche Boerkens".

Scene 1: Drie mannen gekleed in een donkerblauwe overal staan op het podium. Zij worden enkel verlicht door drie witte spots. Twee van de drie staan tegenover mekaar over een dood varken gebogen. De derde zit meer op de voorgrond, aan de rechterkant.

Boer 1: Es 't duud?
Boer 2: 'T es duud.
Boer 3: Wadde?
Boer 2: Da 't duud es.

Doek.

Zozo.
Tschüss!

dinsdag 16 november 2010

Stasis

Ah, het leven van de werkzoekende. Wat een uitdagende en verkwikkende bezigheid. En geloof me maar, dat je bezig blijft! Surfen, lezen, mailen, motiveren. Kortom, het is me wat dat 'solliciteren'. Toch klopt het plaatje niet helemaal, want werkwoorden die eindigen op -eren, vereisen meestal net dat beetje meer activiteit. (Dat klopt niet helemaal, maar daar lezen we even over.) 'Begeren', 'decanteren', 'fulmineren', 'alarmeren' en ga zo maar door. Al die werkwoorden zijn duidelijke voorbeelden van de doe-woorden, die we kennen uit de lagere school. Hoe kan het dan dat solliciteren ook eindigt op -eren? Dat hoort niet. Daarom zal ik solliciteren vanaf nu sollicitezen noemen. Of solliciteven. Of solliciteten. Ik ben er nog niet helemaal uit, want het klinkt allemaal maar wat belachelijk. Dat werk zoeken is soms ook wel wat belachelijk. In principe moet je er niet zo veel voor doen, en toch is het vermoeiend. Nog zo'n tegenstrijdigheid waarvan mijn bloed gaat koken. Al die tegenstrijdigheden, een mens zou er onzeker van worden. Natuurlijk is er een belangrijke remedie voor existentiële onzekerheid en dat is simpelweg minder nadenken. Als je niet nadenkt, dan zijn de dingen ook veel minder ingewikkeld, logisch toch? Nee, denk daar maar niet over na. Daarom heb ik besloten niet meer na te denken over het werk zoeken of over talige tegenstrijdigheden. Vanaf nu laat ik alles op me afkomen. Gedaan met actie ondernemen en peinzen, overpeinzen, twijfelen, weifelen, enzovoort enzoverder. Omdat "wie zoekt, die vindt" ook maar gewoon een album van Jommeke is. En zo is het maar net.

Tschüss!