::

beschrijfsels en gedachtenwier
ook al interesseert het je geen zier
toch lees je het hier

dinsdag 17 mei 2011

Geen tijd om te weken

"Het is niet alsof je veel beters te doen hebt, geef maar toe", zei je tegen jezelf. Je zit maar wat. Je pit maar wat. Je moddert aan. En je modderige zelf weet geen blijf met al die tijd. En voor je het weet, gaat het van kwaad naar erger. Tijd wordt een vaag begrip van verloren uren, dagen en maanden. Minuten lijken af te tellen, seconden vermenigvuldigen zich, tellen op, tot de tweede. Een enkele keer probeer je het knipperen van je oogleden te tellen. 1 knipper, 2 knipper, 3 knipper, tot je plots niet meer weet welke dag het is. (Alsof je het gisteren wel wist.) Je lijkt wel terug te keren, in plaats van vooruit te gaan. Zon onder, zon op, zon onder, zon op, engazomaardoor. Je zit vast in tijdloosheid. Ben je er nog wel? Ben je niet stiekem opgelost in achterwaartse dagen? Urenlang ongemerkt gekrompen. Eerst je tenen en je benen en dan de rest. Eén voor één opgeslokt door het grote eeuwig. En je doet er niets aan. Je hebt het vast niet eens door, te druk met denken zitten voelen wachten kijken. En plots ben je weg, binnenstebuiten, ondersteboven, achterwaarts zwevend tussen hier en daar. Voortdobberend op onbestaande briesjes (een beetje zoals dat witte stuifmeel dat maar niet verdwijnt), altijd op weg naar nergens. Tot je niet meer kan en nergens ergens geworden is. Dan sta je plots stil. Bam, daar is de tijd. Je botst hard tegen seconden. Je schrikt wakker. Plots zijn seconden minuten geworden. Een ijskoude waterval van druppelende kwartieren, geutjes halve uren. Een zondvloed van uren wordt dagen en weken. Geen tijd om te weken. Dan moet je vooruit. Vooruit! Al die kostbare brokjes moment! Je opent je ogen. Je hapt naar lucht. Je beweegt. Mee met de stroom. Voorwaarts en altijd maar en altijd maar vooruit.

Geen opmerkingen: